KAFKA FRAGMENTEN
Franz Kafka was een Duitstalige Tjechische schrijver die leefde van 1833 tot 1924.
Vlak voor zijn dood geeft hij zijn vriend Max Brod de opdracht om al zijn, (grotendeels ongepubliceerde) werk te vernietigen.
Max houdt zich, gelukkig, niet aan zijn belofte en zorgt voor de postume uitgave van Kafka’s werk, die sindsdien wordt beschouwd als een van de belangrijkste auteurs van de twintigste eeuw.
Zestig jaar na Kafka’s dood componeert György Kurtág de Kafka Fragmenten ‘Op. 24’.
‘Op. 24’ is een op eerste gezicht mysterieuze en weinig toegankelijke compositie en geeft, net als goede wijn, pas na enige tijd zijn schoonheid en geheimen bloot.
Het is de moeite waard geduld te betrachten en aandacht te schenken aan dit weinig gehoorde (en nog minder vaak ge-ensceneerde) werk.
De ‘fragmenten’zijn een typisch werk uit de jaren 80. Het lijkt kop noch staart te hebben en de verschillende teksten van Kafka waar de composities op zijn gebaseerd doen willekeurig, bijna chaotisch aan.
Kurtág vraagt ons niet te luisteren met ons hoofd, maar om via zijn muziek de wereld van Kafka te ondergaan: associatief.
Kurtág trekt ons via flarden tekst van Kafka met zijn muziek de vervreemdende werelden van de schrijver in.
Hij tracht geen portret te schilderen, geen samenhangend verhaal te vertellen, maar laat ons, als het ware begiftigd met Kafka’s zintuigen, kijken en luisteren door diens oren en ogen.
Niet verwonderlijk, want na decennia van vaste vormen, lineaire dramaturgie en maatschappijkritische voorstellingen, zocht men in de jaren 80 ook in het theater , weer vrijheid in vorm.
Dit is het uitgangspunt voor deze enscenering.
Aan het begin van het stuk (door Kurtág in vier delen opgedeeld) vinden we de schrijver op een onbepaalde plaats, ergens tussen leven en dood. Hij wordt geconfronteerd met het feit dat zijn, door hem vernietigd gewaande, werk nog altijd bestaat, en ziet zich genoodzaakt onder ogen te zien dat zijn werk nog altijd leeft. Op alle mogelijke manieren tracht hij daar echter aan te ontkomen, want met het blijven voortbestaan van zijn oeuvre blijven ook de pijn en de eenzaamheid bestaan die de basis vormen van zijn werk en die zijn leven kenmerkten.
In deze uitvoering zijn viool, zang en dans zijn elk een facet van Kafka’s wezen. Terwijl de zangeres Kafka’s gedachten en herinneringen zingt, en de violist de emoties verklankt, zien we Kafka in de figuur van de danser op allerlei manieren proberen te ontkomen aan de herbeleving.
Maar zijn verleden, dat onder andere in de vorm van zijn vader, zijn beste vriend en zijn minnares terugkomt, dwingt hem steeds weer de realiteit onder ogen te zien. .
In het tweede deel tracht hij te ontsnappen in zijn dromen, om er in het derde deel achter te komen dat vluchten geen zin heeft: wil hij rust vinden, dan zal hij moeten aanvaarden welke betekenis het door hem geschreven werk heeft gekregen, en zal hij de pijn en het lijden moeten omarmen.
Pas als hij –in het vierde deel- dat besluit te doen, kan zijn innerlijke gevangenis zich openen en is het mogelijk deze wereld vaarwel te zeggen.
Hij verdwijnt op de klanken van Kurtág en laat ons achter met zijn geniale oeuvre.
Regie en decor |
Marc Krone |
Choreografie |
André de Jong |
Licht |
Alex Brok |
Kostuums |
Thera |
|
|
Viool |
Shin Sihan |
Sopraan |
Katharine Dain |
Kafka |
André de Jong |
Acteurs |
Anne Brackman |
|
Tim Brackman |
|
Pieter de Koe |